Het Mols PoëzieAtelier beheert de PoëzieRoute langsheen de Nete. Dit gedichtenparcours maakt deel uit van de stadswandeling 'Spijkers met koppen' (brochure te verkrijgen bij de Dienst Toerisme). De PoëzieRoute wordt 4x per jaar vernieuwd. De langs het water opgestelde gedichten zijn ook hieronder te vinden.
Jam & seks & pleisters
Alvorens je met de liefde frult knip je nagels knip haar nagels knip al de nagels van de dieren in het woud. Doe dan de afwas die al plakt van de jam, met een schort en daarachter een blote klets bereidwilligheid. Het water zal belletjes blazen door twee druppeltjes Dreft,
Zeg dat je direct daarna tijd maakt om als een zijderups in haar moerbei te bijten. Zeg het met verse bloemen altijd of strooi rozenkopjes over de vloer van de slaapkamer, met een pleister rond je vinger zodat ze de moeite ziet.
wat zal ik dichten? het raam? dan hoor ik vogels niet meer fluiten de deur? dan kunnen vrienden niet meer komen de haard? dan kan ik me niet meer verwarmen
het hart? dan hoor ik vogels niet meer fluiten dan kunnen vrienden niet meer komen dan kan ik mij niet meer verwarmen
een gedicht! vogels die fluiten in het morgenlicht vrienden die komen zonder voorbericht warmte die sprankelt van mijn aangezicht
Toen jij vol overgave je ziel kerfde in die steen aan de rivier in dat oude land dat verweerde land met zijn vreemde taal vertelde ook jij van de geheimen die schuil gaan achter de waan der dagen achter een altijd te vlug verteld verhaal.
De woorden die je achterliet in die steen aan de rivier spraken magische tekens en onvermoede klanken zoals ze leven in dat land zijn onbekende dichters hun onbegrepen taal en die enkel het kind vertelt dat al te vaak veronachtzaamd nog heilzaam leeft in jou.
Jouw fijn gelijnde lijf van overdaad ontdaan, nog steeds, was altijd al minder van Rubens veel minder dan van Modigliani.
En ik kijk naar zo weelderig zo weinig, vraag wie je bent, nog alle dagen al veertig keer driehonderd zestig maal, jij die met poëzie bent te verleiden.
Met jou leef ik mijn bescheiden leven voor jou spaar ik woorden in mijn kleine taal, beken ik aarzelend mijn verwondering.
Nochtans zijn het niet altijd de woorden die beklijven, maar de stilte wanneer wij onder ons beiden liefdevol weten te zwijgen.
bij gebrek aan eindbestemming vlieden onze gedachten naar Ali Baba om evenzo vertroeteld te worden naar copieuze verwennerij na meer dan veertig dagen vastentijd naar whatsoever onvervuld verlangen