Het Mols PoëzieAtelier is een dichtersgenootschap dat, anders dan de naam zou doen vermoeden, samengesteld is uit poëten afkomstig uit diverse hoeken van de Kempen en één dichter komt zelfs uit Duitsland.
Het epitheton "Mols" verwijst enkel naar het ontstaan en de plaats van samenkomst van het gezelschap, om de drie weken op zaterdagvoormiddag.
Tijdens die bijeenkomsten leggen zij elkaar hun recente schrijfsels voor, die dan onder ieders loep genomen worden, becommentarieerd en waar nodig gezuiverd van storende taalfouten.
Steeds met de uitdrukkelijke verzekering aan de dichter dat hij of zij zich van dat commentaar, die kritiek of die kommaneukerij niet noodzakelijkerwijze iets hoeft aan te trekken.
De werkmethode van het atelier werpt zijn vruchten af.
Poëzie staat of valt vaak door enkele welgekozen of weggelaten woorden, één of meer verrassende zinswendingen, het vloeien of haperen van een metrum, van het ritme.
En als je dan als dichter lang gezocht en ondanks alle bloed, zweet en tranen toch niet gevonden hebt, ben je verrukt als één van je collegaschrijvers plots dat woord tevoorschijn tovert dat al tijden in je hersens sliep maar niet wakker wou worden.
In al die jaren zijn zo al honderden gedichten de revue gepasseerd.
De dichters van het collectief zetelen in jury's (onder ander de jaarlijkse Molse Poëziewedstrijd) en verzorgen optredens samen met muzikanten.